Een van de hoogtepunten van ons weekendje Zuidoost-Friesland was ons bezoek aan openluchtmuseum It Damshûs in Nij Beets. Hier hebben we een paar uur kunnen doorbrengen in het Friesland van het verleden: dat van de Friese turfarbeiders. We kwamen heel veel te weten over turfwinning, het harde leven in die tijd, de opkomst van het socialisme en het ontstaan van veel van de huidige natuurgebieden in Noord-Nederland. Interessant!
- Hier vind je vakantiewoningen in Friesland
- Of bekijk deze boerencampings in Friesland
- Voordelig weg in Nederland? Kijk hier!
Het ontstaan van Nij Beets
Het plaatsje Nij Beets, waar openluchtmuseum It Damshûs gevestigd is, is in 1863 door veenarbeiders gesticht. Ze trokken rond 1860 naar dit gebied vanuit de regio rondom Giethoorn, waar al het veen inmiddels was opgebruikt.
De stichters van Nij Beets leidden een armoedige leven. Ze woonden meestal in houten hutjes, die ze vaak zelf bouwden. Ook boten die niet meer gebruikt konden worden voor het vervoeren van turf werden omgebouwd tot huizen.
Snertpreken
Maar het gebouw dat ons als eerste opviel, was toch wel de kerk, Het Houten Himmeltsje. Hier preekte Guillaume van der Brugghen, een predikant die vond dat de kerk ook toegankelijk moest zijn voor lokale arbeiders. Zijn preken trokken inderdaad genoeg veenarbeiders, maar niet zozeer omdat die de preken zelf zo interessant vonden. Na de dienst werd er altijd soep geserveerd, en dát trok de mensen. De preken werden dan ook wel ‘snertpreken’ genoemd.
Werk en staking
Op het veld voor de kerk staat een houten mast met een mand eraan. Wij hadden zoiets nog nooit gezien en wisten dus ook niet wat het betekende. Wat bleek: als de mast in de lucht was, was het werktijd. Hing hij horizontaal, dan was er even pauze. En als de mast helemaal naar beneden wees, dan hadden de arbeiders vrij. Of ze staakten – ook daarover leerden we in dit museum.
Stakingen vonden plaats omdat de arbeiders het moeilijk hadden en erg weinig betaald kregen. Ze hadden nauwelijks genoeg om van rond te komen – vandaar ook de populariteit van de snertpreken. Zelfs van de turf waarvoor ze zwoegden kregen ze niet veel goeds: ze kregen de turf uit het najaar, die eigenlijk te nat was om goed te kunnen gebruiken.
Zo woonden de veenarbeiders
De kleine huisjes waar arbeiders in woonden zijn in het museum te zien. Ze zijn compleet ingericht en je kunt er zo binnenlopen. In sommige huisjes woonden wel acht mensen. Ze sliepen in bedstedes, zittend en met baby’s aan het voeteneinde. Kinderen werden letterlijk ondergeschoven: die sliepen in een la onder de bedstede. Oudere kinderen sliepen vaak op een klein zoldertje.
Werkende gezinsleden kwamen vaak niet eens thuis, omdat de afstand tussen hun woning en de plek waar de turf werd gewonnen te groot was. Dan sliepen ze in de trekkerskeet. Als alleen de jongste kinderen achterbleven, konden die soms bij hun opa en oma terecht. Sommige grootouders konden het armenhuis vermijden en kregen het voor elkaar om in de buurt te blijven wonen, zodat ze konden helpen met de zorg voor de kleinkinderen.
In het echt stonden de huisjes trouwens verder van elkaar. In het openluchtmuseum zijn reconstructies van afzonderlijke gebouwen neergezet in de vorm van een klein dorpje.
De meeste huisjes waren van hout. Maar er staat ook een wat deftiger stenen huisje, dat vroeger van de turfhandelaarsfamilie Dam was. Naar dit huisje is openluchtmuseum It Damshûs ook vernoemd. Toen het huisje dreigde te verdwijnen, kwamen de inwoners van Nij Beets in actie en uiteindelijk kon het op deze manier behouden blijven.
Sla de film niet over
Iets wat je zeker niet moet overslaan in dit openluchtmuseum, is de film die in een van de gebouwen wordt vertoond. Deze film is gemaakt door twee filmmakers en heel veel vrijwilligers uit de buurt. De film geeft je een kijkje in het leven van de mensen die hier vroeger woonden en werkten. Alles wat je ziet is echt gebeurd en je ziet veel plekken uit het museum terug in de film. Hierdoor gaat de geschiedenis ook echt voor je leven.
Opkomst van het socialisme
In het filmgebouw is ook een expositie over Domela Nieuwenhuis te zien. Hij was een socialistische politicus die veel betekende voor arbeiders uit die tijd. Steeds meer Friezen keerden zich door alle ellende van God af en wendden zich tot het socialisme. Vanuit de kerk kwam namelijk de boodschap dat er nou eenmaal verschil is tussen arm en rijk, en dat je je daar maar bij moest neerleggen. Het socialisme had een andere boodschap: als de arbeiders samen sterk stonden en voor zichzelf opkwamen, konden ze wel degelijk een beter leven krijgen.
Voormalig predikant Domela Nieuwenhuis droeg deze boodschap charismatisch uit en riep op tot verzet tegen de vijf K’s: Kerk, Koning, Kapitaal, Kazerne en Kroeg. De veenarbeiders noemden hem zelfs ‘Ús Ferlosser’. Geen wonder dus dat het portret van Domela Nieuwenhuis als een soort icoon aan veel muren prijkte.
Winkelregels
Na de film liepen we verder naar een stenen gebouw met daarin de kroeg en de winkel, allebei eigendom van de veenbaas. Arbeiders waren verplicht boodschappen te doen en te drinken bij de winkel en kroeg van hun veenbaas. Ze waren dus ook helemaal afhankelijk van de prijzen die hij vroeg. Als ze op de pof kochten, werd het bedrag van hun volgende loon afgehaald. Met een beetje pech (of geluk voor de veenbaas) hoefde er aan het einde van het seizoen, wanneer de lonen uitbetaald werden, helemaal niets meer uitbetaald te worden. Wie toch ergens anders ging winkelen en betrapt werd, werd ontslagen en zou de rest van dat seizoen zeker zonder werk zitten. Op deze manier hielden de turfbazen hun arbeiders nog meer onder hun duim.
Alcohol en de matigingsbeweging
Toch had de kroeg aan klandizie geen gebrek. Alcoholisme was een groot probleem onder de arbeiders. Velen dronken om alles even te kunnen vergeten, of om zich op te warmen tijdens de koude dagen. Ook al dronk alleen de vader, vaak leed het hele gezin erdoor. Arbeidersgezinnen hadden al nauwelijks geld en de drank was vaak de laatste druppel. Bovendien was het niet ongewoon dat dronken mannen bij thuiskomst hardhandig met de rest van het gezin omgingen.
Alcohol werd dan ook gezien als een obstakel bij de bevrijding van de arbeiders. Domela Nieuwenhuis citeerde vaak Geert Lourens van der Zwaag: “Denkende arbeiders drinken niet en drinkende arbeiders denken niet!”
Zo kwam het dus dat in deze tijd de matigingsbeweging in opkomst was. Dit was een sociale beweging tegen het drinken van alcohol. Deze beweging speelde een rol bij de emancipatie van de arbeiders en posters die oproepen om niet meer te drinken zijn te zien in de kroeg van het museum.
Werf en natuur
Na het bekijken van het café liepen we verder naar achter, richting de werf. De boten die hier te zien zijn, werden gebruikt om turf te vervoeren over de kanalen. De turf werd namelijk niet alleen in huishoudens in de buurt gebruikt, maar ook in fabrieken in heel Nederland.
In dit deel van het openluchtmuseum kun je ook de tjaskermolen bewonderen, die gebruikt werd om grondwater af te voeren en zo droge voeten te houden. Verderop konden we voelen hoe het is om over veerkrachtige veengrond te lopen. In een gebouw waar vroeger turf werd opgeborgen om te drogen bekeken we een film over hoe turfwinning in zijn werk ging. Zo leerden we het verschil tussen hoogveen (droog) en laagveen (in het water). Je snapt dan meteen ook beter hoe veel van de huidige wandelgebieden in Zuidoost-Friesland zijn ontstaan.
Gedragen door vrijwilligers
Openluchtmuseum It Damshûs steunt op een grote groep toegewijde vrijwilligers en er wordt voortdurend nagedacht over en gewerkt aan nieuwe toevoegingen. Wij werden tijdens ons bezoek niet alleen geraakt door het harde leven van de veenarbeiders, maar ook door de betrokkenheid van deze vrijwilligers. We hebben echt genoten van onze rondleiding. Je merkt gewoon aan alles dat dit een museum is dat leeft en gedragen wordt door de inwoners van Zuidoost-Friesland.
Bezoek museum It Damshûs zelf
Alle reden dus om het museum te bezoeken als je hier een weekendje (of langer) verblijft. Hier vind je het adres en de actuele openingstijden.
(Tip: als je geen rondleiding krijgt, koop dan zeker bij de ingang het boekje met de beschrijving van het museum, zodat je alle verhalen over de afzonderlijke gebouwen wel meekrijgt.)
Had je de video van ons weekendje Zuidoost-Friesland al gezien?
Wij werden uitgenodigd om deze bestemming te bezoeken voor Stralend Nederland.
Deze blogpost kan affiliatelinks bevatten. Als jij via zo’n link iets koopt of boekt, krijg ik een kleine vergoeding. Dit gebeurt anoniem en kost jou niets extra’s. Samenwerkingen en affiliatelinks stellen mij in staat om deze website te onderhouden en jou van informatie te blijven voorzien. Meer hierover lees je in mijn disclaimer/privacyverklaring.