Het was een regenachtige dag waarop ik laatst kasteel Rosendael bezocht. Toch kwam ik met een stralende glimlach op mijn gezicht terug. Dit kasteel heeft zoveel te vertellen! Of je nu houdt van oude meubels waar spreekwoorden aan ontleend zijn, een klassieke bibliotheek waar zelfs granaatscherven te vinden zijn of een fantasierijk ingerichte kasteeltuin, je vindt het er allemaal. En is het wel mooi weer wanneer jij kasteel Rosendael bezoekt, dan kun je er ook nog eens wandelen door het omliggende park en op een heerlijk terras zitten. Zeker onthouden dus, dit mooie kasteel!
- Hier vind je de mooiste natuurhuisjes in Gelderland
- Of ga kamperen bij de boer in Gelderland
- Voordelig weg in Nederland? Kijk hier!
De geschiedenis van kasteel Rosendael
Ik had geluk die dag: het regende dan wel bijna voortdurend, maar ik kon mee met een groepsrondleiding en dat maakte er echt een topdag van. Een van de vele vrijwilligers die zich inzetten voor kasteel Rosendael en de andere Gelderse Kastelen was er speciaal voor in de huid van barones Constantia van Pallandt-Loudon gekropen en vervulde die rol met verve. Een rondleiding door het kasteel door een van de bewoners zelf – beter kan niet. De inrichting van het kasteel weerspiegelt namelijk juist de laatste bloeiperiode aan het begin van de 20ste eeuw, toen het echtpaar Van Pallandt-Loudon op het kasteel woonde. Er zijn veel oorspronkelijke interieuronderdelen uit die tijd bewaard gebleven waaronder veel familieportretten, wat een bezoekje aan het kasteel erg persoonlijk maakt. Zeker als een van de vrijwilligers je de verhalen achter de portretten vertelt…
De basis voor het kasteel werd in de 14e eeuw gelegd, toen de graaf van Gelre de donjon (een toren met woonvertrekken) liet bouwen. Zoals zo vaak bij kastelen is het vanaf dat moment steeds verbouwd, uitgebouwd en aangepast aan de actualiteit. Het kasteel veranderde steeds meer van een burcht in een landhuis. Er kwam een woonhuis bij, dat met de donjon werd verbonden. Later volgden een nieuwe zijvleugel met een koetshuis en een stal. Rondom werd een prachtig park aangelegd, waarin nog een klein stukje van de oorspronkelijke burchtmuur te zien is.
In de Tweede Wereldoorlog werd het kasteel geraakt door een Amerikaanse bom en raakte het park gedeeltelijk verwoest door een verdwaalde V2-raket. Toen het kasteel in 1977 in bezit van de stichting Vrienden der Geldersche Kasteelen kwam, was het (na bijna 700 jaar onafgebroken bewoond te zijn geweest) vrijwel leeg. De laatste bewoner (Willem Frederik Torck baron van Pallandt) wilde graag dat kasteel en park als eenheid in stand gehouden zouden worden. In de jaren negentig werd het kasteel in de stijl van de periode 1900-1940 gerestaureerd en opnieuw ingericht met meubelstukken, zilverwerk en porselein.
Rondleiding door kasteel Rosendael
Met deze informatie in het achterhoofd liep ik achter barones Constantia aan het kasteel in.
Een eerste welkom
We begonnen in de hal, waar een grote gong hangt. Deze werd een uur voor het diner geluid, zodat iedereen zich kon omkleden om netjes aan tafel te gaan. Daarnaast hangt in deze ruimte een groot schilderij van het kasteel in vroeger tijden. Vergeet niet om hier en in andere ruimtes van het kasteel ook even omhoog te kijken, want de plafonds in verschillende stijlen zijn ook erg de moeite waard.
De eerste salon
In de eerste salon ging het kasteel al steeds meer voor me leven. Dat was natuurlijk in de eerste plaats dankzij barones Constantia, maar ook door de portretten die in deze salon te zien zijn. Zo maakte ik onder andere kennis met Dirk van Dorth, de eerste koper van het kasteel, en van de laatste eigenaar van Rosendael. Bijzonder is dat het kasteel na de aankoop door Van Dorth alleen door overerving in andere handen is overgegaan, en wel aan de families Torck, Van Arnhem en Van Pallandt.
In de kussenkast die in deze kamer staat, blijken geen kussens te zitten, maar wel twee spreekwoorden. Vanuit deze kast deelde de kasteelvrouwe namelijk letterlijk de lakens uit. Alleen zij had de sleutel van de kast. Waar het slot zit, dat was dan weer het geheim van de smid.
Ook valt op dat je hier en daar de kleurcombinatie geel-zwart tegenkomt. Dat zijn namelijk de kleuren uit het wapen van de familie Van Pallandt. En nee, het is geen toeval dat het ook de kleuren van Vitesse zijn: dat kleurgebruik was een tegenprestatie voor financiële ondersteuning van de Van Pallandts aan de voetbalclub.
Tweede salon
Ook aan de tweede salon zijn weer zoveel verhalen verbonden dat je er makkelijk een uur zou kunnen blijven rondhangen. Vraag een van de vrijwilligers bijvoorbeeld maar eens naar het schilderij van ’tante Jannie’, of hoe het klapbuffet kon worden gebruikt om bezoek op subtiele wijze duidelijk te maken of hun komst wel of niet uitkwam. En wist je dat er een tijd was dat een hemelbed zo’n pronkstuk was, dat je het in de ontvangstkamer neerzette, zodat iedereen het kon zien?
Als je hier een tijdje staat en naar de verhalen luistert, kun je bijna voor je zien hoe de dames op het kasteel zich hier verzamelden om te roddelen en te bespreken wie er de komende tijd wel eens met wie zou kunnen trouwen. Allemaal onder het genot van een kopje thee uit servies met de P van Van Pallandt erop.
Derde salon
De derde salon, met meubels die in de tijd van de VOC uit Azië hiernaartoe zijn gehaald, markeert het einde van het huis dat na een tijdje bij de donjon werd gebouwd. Vroeger was hier het water en de ophaalbrug naar de toren. Onthoud de vrouw die je hier op het grote schilderij ziet goed: dit is Petronella en zij heeft ervoor gezorgd dat het kasteel en het park terwijl zij hier woonde een enorme metamorfose ondergingen.
In de donjon
Door een doorgang in de vier meter dikke muren loop ik de donjon in. Het is de grootste in zijn soort die in Nederland bewaard is gebleven en de hand van Petronella is hier duidelijk te zien. Ze maakte hier een feestzaal van, met verhoogde plafonds en zelfs een werkende fontein. Voor de perfecte symmetrie is aan de andere kant van de ruimte van hout een evenbeeld van de fontein gemaakt, dat als kast dient.
Petronella speelde ook een belangrijke rol bij de ontwikkeling van de kasteeltuinen, waarvan je in de donjon een tekening kunt zien hangen. Hierbij is optimaal gebruikgemaakt van de waterlopen en het hoogteverschil in het landschap om vijvers, watervallen en fonteinen aan te leggen. Een ware attractie waren de bedriegertjes: een soort fonteintjes in de grond die zomaar elk moment konden gaan sproeien. Stel je voor: je neemt een dame op wie je een oogje hebt mee uit wandelen in het park en laat een bediende precies op het juiste moment de bedriegertjes in werking zetten… Dan tilt ze misschien wel van schrik haar rokken op en kun je haar enkels zien!
Bibliotheek
Barones Constantia bleek zo’n begenadigd verteller dat het me al een beetje begon te duizelen van al die verhalen. Op deze manier gaat het kasteel echt voor je leven.
Een volgend hoogtepunt – letterlijk, want je bent hier in het bovenste gedeelte van de donjon – was de bibliotheek.
Helemaal bovenop staat het koepeltje dat oorspronkelijk op de belvédère op de nabijgelegen Koningsberg stond. Daaronder: boeken die zijn doorkliefd door granaatscherven, boeken zonder kaft (omdat je die altijd apart kocht, zodat je in één klap al je boeken perfect in je interieur kon laten passen) en een keurig toilet.
De buitenlucht trekt
Zoals ik al schreef, zat mijn hoofd inmiddels boordevol met verhalen over het leven op dit kasteel. En toen we door een kamer met uitzicht op de schelpengalerij in het park liepen, zag ik zowaar het zonnetje even doorbreken. Ik werd steeds nieuwsgieriger naar de kasteeltuinen en wat Petronella daar allemaal voor moois zou hebben laten aanleggen.
Omdat al mijn aandacht naar buiten ging, had ik bijna niet opgemerkt dat dit vertrek een verborgen deur heeft. Die deur, die listig is meebehangen om hem vrijwel onzichtbaar te maken, biedt toegang tot een apart trappenhuis voor het personeel van het kasteel. Zo konden bedienden overal snel paraat zijn, zonder de kasteelheren en -dames in de weg te lopen.
Nog veel meer kamers
Want ja, zo’n kasteel (en z’n bewoners) onderhouden, daar is heel wat mankracht voor nodig. Er zijn zoveel kamers dat je makkelijk zou kunnen verdwalen! Zo bracht de barones me nog naar:
- de damesslaapkamer, waar je kennismaakt met de heer Torck die hier als eerste permanent ging wonen (oorspronkelijk was kasteel Rosendael een ‘buiten’)
- de koningskamer – altijd handig om te hebben mocht de koning onverwacht langskomen voor een sanitaire stop
- de rozenkamer met bijbehorende pruikenkamer én een foto van de enige echte barones Constantia van Pallandt
- de keppelkamer voor hoog bezoek met een schilderij van kasteel Keppel en meer over het hemelbed
- de prachtige keuken met glimmende potten, pannen, puddingvormen en nog veel meer
Wandeling door het kasteelpark
En ja hoor, na al die deuren, trappen, gangen en vertrekken nam de barones ons via de kasteelwinkel en de stallen mee naar buiten. Helemaal droog was het niet, maar dat deerde niet. Dit park (een van de oudste parken in Nederland) is zo mooi, dat ik me helemaal kon voorstellen hoe je hier op een zonnige dag lekker lang kunt rondwandelen. En over lekker lang gesproken: als de kuipplanten na hun winterslaap weer in de tuinen staan, trekt de horeca van kasteel Rosendael in de oranjerie en kun je hier heerlijk op het terras zitten, met uitzicht op het kasteel, de rozentuin voor de oranjerie en de hoeve uit de 19e eeuw die vlak bij het kasteel staat. Ik denk dat ik er niet meer weg te slaan zou zijn. De oranjerie is zelfs de grootste in ons land die nog als winterberging voor kuipplanten wordt gebruikt.
Natuurlijk wist de barones ook hier de mooiste plekjes te vinden. Er staan kunstwerken in het park, we bezochten de schelpengalerij en de bedriegertjes en we gluurden nog even naar binnen in de theekoepel.
Dankzij de waterelementen, de slingerende paden en de vele verschillende bomen, heesters, planten, kruiden en waterplanten die je in het park vindt, raak je hier niet snel uitgekeken. In de loop van ruim 300 jaar hebben veel beroemde tuinarchitecten aan het park gewerkt en dat is te zien. Dankzij die begroeiing broeden hier bovendien meer dan veertig soorten vogels en als je geluk hebt, kun je hier ijsvogels spotten. Op de grond kun je in de kasteeltuinen onder andere eekhoorns, boommarters en dassen tegenkomen.
Rondleiding of zelf rondkijken
Als je naar kasteel Rosendael komt, kun je zelf kiezen of je een kaartje koopt voor kasteel en park, of alleen door het park wilt wandelen. Hier vind je de openingstijden en entreeprijzen.
Zelf vond ik de rondleiding door het kasteel en het park echt superinteressant. Kijk je toch liever op eigen houtje rond, dan kun je veel informatie uit IZI. Travel-app halen. Bovendien zijn tijdens de openingstijden altijd vrijwilligers aanwezig in de verschillende ruimtes van het kasteel, die je graag de verhalen achter de schilderijen, meubels en andere historische voorwerpen vertellen.
Je kunt je bezoek aan kasteel Rosendael perfect combineren met een wandeling of fietstocht. Hier vind je mogelijke routes. Er is ook een route met culinaire stops onderweg.
Meer Gelderse kastelen
Behalve kasteel Rosendael beheert Gelders landschap en kastelen nog 6 kastelen die zijn opengesteld voor het publiek. De exploitatie, die mogelijk wordt gemaakt met behulp van meer dan 1000 vrijwilligers, staat altijd in dienst van het behoud en beheer van de kastelen. Een kasteel onderhouden kost nu eenmaal geld en het geld dat wordt verdiend met kaartverkoop, de museumwinkel, de horeca en evenementen die hier worden gehouden, komt dus ten goede aan dit bijzondere erfgoed. Een fijn idee, vind ik zelf. Ik kijk er dan ook naar uit om meer van deze Gelderse kastelen te gaan bezoeken!