Martin Overweg verwelkomt ons op Natuurcamping de Klashorst in Diffelen als een soort gemoedelijke Indiana Jones. Met een veer op de hoed, mes aan de riem en bijl in de rugzak biedt hij ons een kop koffie en een plak versgebakken cake aan. Nee, geen camouflagekleding – bushcraft is geen soldaatje spelen. Wel veel groene kleding, want bushcrafters willen zo min mogelijk opvallen. Zo zie je meer van de natuur en laat je de natuur zo veel mogelijk met rust. Respect voor de natuur is ook de reden dat bushcrafters zo min mogelijk sporen achterlaten: afgesneden takken steken ze in de grond en gedoofd vuur bedekken ze. Zo hebben dieren en mensen die later langskomen geen last van andermans bushcraft-avontuur.
- Heb je mijn top 10 mooiste wandelingen in Twente al gedownload?
- Hier kun je overnachten in natuurhuisjes in Overijssel
- Meer vakantiehuizen in Overijssel vind je op deze vakantieparken
- Er zijn ook veel mooie campings in Overijssel
- En hier kun je slapen in een boomhut in Overijssel
- Voordelig weg in Nederland? Kijk hier!
Wat is bushcraft?
In Nederland mogen we eigenlijk best weinig in de natuur. We moeten op de paden blijven en mogen niet zomaar een tentje opzetten in het bos. In landen als Zweden, Noorwegen en Finland is dat wel anders. Daar zorgt het allemansrecht voor veel meer mogelijkheden en wordt het normaal en verstandig gevonden dat kinderen leren hoe ze met beperkte middelen kunnen overleven in de natuur en respectvol met de natuur kunnen omgaan.
Dat is bushcraft. Martin wilde dat ook en ging in de leer bij bushcraft-pionier René Nauta, bij wie hij via Extra Bushcraft & Survival certificaten haalde (en blijft halen) in het overleven in de natuur. Gelukkig zag de plaatselijke boswachter ook dat hij tijdens het bushcraften respectvol met de natuur omgaat en dat respect ook nog eens overbrengt op jong en oud om zich heen. En zo kwam er in het Vechtdal met medewerking van Staatsbosbeheer een stuk bos waarin Martin met gasten kon gaan bushcraften, maar waar ook anderen zelfstandig vrij mogen bushcraften.
Martin neemt allerlei groepen mee de natuur in: van kinderen tot opa’s en oma’s en van gezinnen tot speciale vrouwengroepen. Aandachtspunt voor de toekomst zijn tieners die met hun ouders op vakantie zijn – een doelgroep die vaak een beetje wordt ondergesneeuwd doordat veel regio’s zich willen profileren als ideale bestemming voor jonge gezinnen of stellen die zonder kinderen reizen.
Handigheidjes uit de natuur
Nu is het tijd voor ons om met Martin het bos in te gaan: twee gezinnen met kinderen tussen de 6 en 11 jaar. Al meteen na vertrek stopt Martin om wat uitgedroogde brandnetels mee te nemen. Die kunnen we later gebruiken als tondel, als we vuur willen maken. Heel belangrijk als je de eerste levensbehoeften water, voedsel en vuur voor ogen houdt. Vuur is immers nodig om water uit de natuur te koken zodat je er niet ziek van wordt, en om eten te bereiden en warm te worden. Een van de kinderen mag de waterdichte zak met tondel dragen, want het is de bedoeling dat we samen overleven. Bushcraft is dus geen wedstrijd, maar een kwestie van samenwerken.
Maar de natuur geeft ons nog veel meer dan tondel – als je tenminste weet waar je het moet zoeken. Van brandnetels kun je bijvoorbeeld thee zetten. Mocht je je prikken aan de blaadjes, dan kun je een zuringblad in stukken scheuren, kneuzen en uitknijpen. Smeer het sap over de brandnetelplek en het branden wordt minder. Je kunt je er ook mee insmeren om muggen op afstand te houden. Want als je je insmeert met iets chemisch, ruiken de dieren van het bos van een nog grotere afstand dan normaal dat je eraan komt.
We lopen nu door een berkenbos. Hier moet je zijn als je dorst hebt, al moet je wel een beetje geduld hebben. Maak met een mes een gaatje in de stam van een berk, steek er een stokje in en zet onder het laagste punt van het stokje een ketel of blikje met een doekje erover tegen het vuil. Na een tijd is je keteltje druppel voor druppel gevuld met berkensap. In Oost-Europa geloven ze zelfs dat het helpt tegen kanker, maar Martin heeft alleen goede ervaringen bij hooikoorts. Met bessen en paddenstoelen moet je uitkijken: sommige soorten lijken heel erg op elkaar en groeien door elkaar heen, terwijl de ene soort eetbaar is en de andere giftig.
Het bos komt tot leven
We wandelen door en hoe meer Martin vertelt, hoe meer we zien. Reeën maken paadjes op stukken waar ze vaak lopen, krassen op boompjes als ze met een knobbel op hun gewei een geurspoor uitzetten, en kuilen als ze de grond omwoelen op zoek naar eten, of een plekje hebben gevonden veilig om te slapen. Hoe meer je kunt herkennen, hoe meer het bos voor je gaat leven, ook al krijgen we de reeën zelf niet te zien.
Maar we zijn hier niet alleen om om ons heen te kijken, we moeten ook met zeer beperkte middelen zien te overleven. Dus verzamelen we onderweg droge takjes om later vuur mee te maken. Alles wat op de grond ligt, is te nat. We moeten zoeken naar takjes die ’te drogen hangen’, bijvoorbeeld aan dode takken. Als ze niet ombuigen, maar afbreken, zijn ze geschikt als brandhoutjes.
Thuis in de natuur
Samen bouwen we een shelter: een afdak om onder te schuilen voor wind en regen en om onder te slapen. Zo’n afdak kun je trouwens beter niet onder een eik zetten, want bij onweer slaat de bliksem vaak in een eik. Een beuk is een betere keuze en de verklaring daarvoor zit hem in de manier van wortelen.
Voorlopig is het nog droog, maar dat is niet de reden waarom we onze shelter zo eenvoudig mogelijk houden. Als overlevers moeten we zuinig zijn met onze energie. Zodra aan de minimumeisen voor een onderdak is voldaan, kunnen we onze krachten beter besteden aan andere dingen, zoals voedsel zoeken en vuur maken.
Dat vuur maken we in dit geval niet bij onze zelfgemaakte shelter, maar in het bushcraft-basiskamp. Daar mogen de kinderen eerst op wattenschijfjes oefenen en ze met de vonken van een ‘firesteel’ aansteken. Daarna is het tijd voor het echte vuur. Bas, die helemaal in zijn element is en verklaart dat hij later als hij groot is ook in de natuur wil gaan leven, net als Martin, mag het vuur aansteken. Het duurt even voor het lukt, maar dan zijn de vlammen er. Gauw wat meer hout erop, keteltje erboven en broodjes en beenhammetjes op een stok roosteren. Als het water kookt, maken we in Lapse mokken thee van zelfgeplukte dennenaalden.
Terwijl de kinderen in het bos spelen, ontstaan rond het kampvuur mooie gesprekken. Als het tijd wordt om afscheid te nemen, doen we nog even de afwas door de mokken schoon te wrijven met humus en desinfecterend mos van een boomstam. Nooit meer tegen een boom met mos erop plassen dus, heren. Je weet maar nooit wie er de afwas mee gaat doen.
Blij verrast door bushcraft
Ik moet toegeven: ondanks mijn scoutingverleden wist ik van tevoren niet goed wat ik me bij bushcraft moest voorstellen. Ergens was ik een beetje bang voor gedwongen tijgeren door de modder of andere geforceerde vormen van afzien. Niets was minder waar. Bushcraft draait om kennis van de natuur en respect voor de natuur, niet om wedstrijdjes en stoerdoenerij. Ons hele gezin heeft genoten van de tijd die we met Martin in het bos hebben doorgebracht. De volgende dag gingen de kinderen met hun bushcraft-naamketting om naar school en genoot ik thuis na van de herinneringen, aangewakkerd door de kampvuurlucht in de kleren die ik in de wasmachine stopte. Wat een mooie manier om even op te laden door terug te gaan naar de basis!
Wij werden uitgenodigd om het Vechtdal te bezoeken voor Stralend Nederland.
Deze blogpost kan affiliatelinks bevatten. Als jij via zo’n link iets koopt of boekt, krijg ik een kleine vergoeding. Dit gebeurt anoniem en kost jou niets extra’s. Samenwerkingen en affiliatelinks stellen mij in staat om deze website te onderhouden en jou van informatie te blijven voorzien. Meer hierover lees je in mijn disclaimer/privacyverklaring.
Wat een geweldige ervaring was de Bushcraft. Erg leuk verhaal!!
Het was erg gezellig met jullie, en wie weet komen we elkaar nog eens tegen…
Dank je Sabine, ik heb ook met jouw verhalen lekker kunnen meegenieten. Zou leuk zijn als we elkaar weer eens ergens treffen!